Nogal harde duw in de rug

Een duwtje in de rug, dat klinkt vriendelijk. Maar het cultureel opleidingsinstituut voelde zich zó geduwd, dat het de ademhaling bemoeilijkte. En dan is het moeilijk functioneren.

De stuwende kracht in dezen was de nieuwe directie. Zij had een sprankelende, lichte, creatieve toekomstvisie voor zich. Zij had de overtuiging dat het vertragend en complicerend zou werken om zich te verdiepen in de ontstaansgeschiedenis en de huidige aard van het instituut. Kennis daarover zou de heldere blik, de visie, onnodig vertroebelen. Beter was het naar haar idee, om het instituut te egaliseren en op de vrijgekomen grond iets nieuws neer te zetten.

Het instituut voelde de sterke druk die uitging van de vastberaden directie. Het voorzag dat het geen bestaansrecht meer zou hebben. Als niemand eraan dacht om in overleg te treden over wat men wilde, kon het instituut ook niet bereidwillig aangeven op welke manieren het zich kon inzetten voor deze gedroomde toekomst. Het had heel wat in huis, waarom werd daar geen gebruik van gemaakt?

Tijdens de sessie besloot het instituut een eigen weg in te slaan. Het wilde terug naar zijn oorsprong: een gedegen, zij het klein, kennisinstituut zijn voor de culturele sector. In plaats van tegen de druk in te willen blijven staan, keerde het zich af van de directie. De druk verminderde en het instituut werd rustiger.

De directie was verbouwereerd over deze wending. Zonder tegendruk verloor de visie plotseling urgentie en momentum. De directieleden waren nu geheel op hun eigen koers aangewezen, nu ‘afzetten tegen het oude’ daar geen deel meer van uitmaakte. Dat is gezonder, maar ook spannender – durven ze dat aan?

 

Beeld: Polina Zimmerman